maandag 2 november 2009

Speeltuin

Kinderen moeten volop kunnen spelen. Overal in de stad worden daarom nieuwe speeltuinen aangelegd. Ook op het pleintje bij ons achter. Aanvankelijk stuitte het idee bij een aantal buren op weerstand. Zou de speeltuin geen hangjeugd aantrekken?

Gelukkig zijn het allemaal beschaafde, weldenkende mensen die ook wel begrijpen dat je niet je eigen kinderen kunt voorlezen uit Pluk van de Petteflet en tegelijkertijd actievoeren tegen de Torteltuin. Zo kon in goede harmonie een plan worden gemaakt en uitgevoerd. Nu staat er op het pleintje een bank, een klimglijbaan en een vierpersoonswip met er omheen drie – later te beplanten – stroken aarde. Hartstikke mooi.

De hekken waren nog niet weg, of de kinderen stroomden toe. Twaalf tegelijk op de glijbaan, met zijn tienen op de wip. Rakelings of raak suisden de zwarte kluiten aarde over het plein. Pats! Tegen de ruit van de achterbuurvrouw, of in de nek van een ander kind. Ik kwam juist met mijn fiets de poort uit. ‘Ben je helemaal bedonderd?’ vroeg ik nijdig aan een jongetje van een jaar of negen, een verse kluit in de aanslag. Een poosje aanhoorde hij mijn preek voordat hij me onderbrak. ‘Ik ken u niet, waarom zou ik naar u luisteren?’ Ik wou dat rotkind bij z’n lurven pakken en mores leren, maar ik deed het natuurlijk niet. Het zou je netjes staan als raadslid. In de praktijk van alledag is het nog knap lastig: grenzen stellen en perspectief bieden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten